Woorden

‘’Als alles al is gezegd, wat voegen woorden dan nog toe?’’ We zitten aan tafel om de uitvaart van haar vader te bespreken. Na een lang ziekbed heeft hij zijn rust nu gevonden. Zo ervaart dochter het. De laatste weken heeft ze haar vader intensief verzorgd en ook al was dit zwaar, ze zou het zo weer overdoen. Wat een mooie gesprekken hebben ze samen nog kunnen voeren, wat een dierbare blikken hebben ze uitgewisseld. Nu vervult ze haar laatste taak: een mooi afscheid verzorgen. Als we het over de vorm van de uitvaart hebben, is ze heel duidelijk. Ze wil geen ceremonie met sprekers, muziek en foto’s. Geen levensloop, geen gedichten. Niet omdat er niets te vertellen valt, integendeel. Haar vader heeft een prachtig leven gehad waar je uren over uit kunt weiden. Maar, zo vraagt ze zich af: ‘‘Voor wie, aan wie, moet ik zijn verhaal vertellen? Ik heb hem alles kunnen zeggen. Zijn enige broer heeft hem alles nog verteld wat hij op zijn hart had. Alle woorden zijn al gedeeld, met mijn vader. En daar gaat het toch om?’’

Op de avond voor zijn afscheid kwamen zijn broer en een goede kameraad nog even langs. Ze dronken een kopje koffie naast zijn kist. De volgende morgen begeleidde dochter haar vader naar het crematorium. De zon scheen, daar hield hij zo van. Er werden geen woorden uitgewisseld. Het afscheid wás er. En dat was meer dan voldoende. In stilte reed ik terug naar huis, autoradio bewust uitgezet. De zon was nog feller gaan schijnen. Het was nóg meer dan voldoende…