Het is wat het is

Hij was net geen vijftig jaar geworden. Toch was het gezien zijn zware lichamelijke beperkingen een wonder dat hij deze leeftijd had bereikt. Hij was een man die door het noodlot was getroffen toen hij in zijn dertigerjaren een fikse hersenbloeding kreeg. Een moeizaam herstelproces volgde, wat ook een mentale strijd werd toen hij geen rol meer kon spelen in zijn eigen gezin. Voor zijn kinderen niet meer de vader kunnen zijn die hij wilde, deed zoveel pijn die vaak zijn zware spasmes overtrof. De longontsteking in de winter luidde de laatste fase van zijn leven in. Zijn lichaam wilde niet meer.

Toen ik op een morgen een telefoontje kreeg van het overlijden, pakte ik mijn spullen en toog richting zijn woonhuis. Ik maakte kennis met zijn ouders, die in alle rust rond zijn bed zaten. Daar lag de man, met een uiterst vredige uitdrukking op zijn gezicht. Na de laatste verzorging van de man, raakte ik in gesprek met zijn ouders. Ik werd geraakt door zijn levensreis, wat zoveel diepe dalen had gekend. Op mijn vraag waar de man zijn levensvreugde uit haalde, werd geantwoord dat hij veel ophad met het Boeddhisme. Later die week ging ik de afscheidsceremonie schrijven. Ik dacht terug aan zijn fascinatie voor het Boeddhisme. Deze religie heeft een nogal boute opvatting over het leven, namelijk ‘leven is lijden’. Niet bepaald een opbeurend motto. Alles is van tijdelijke aard en zal vergaan, zo zegt de Boeddha. Alles lijdt, en dat is iets waar we ons als mens ook nog eens hevig tegen verzetten. Maar het is wat het is. We kunnen de tijd niet stoppen, dus alles verandert en vergaat. De beste manier om hiermee om te gaan is oprecht te accepteren dat het is wat het is. Geen hunkering naar meer. Het leven is het leven, en het leven verandert en vergaat. Volgens de Boeddha ligt daarin de oplossing en een weg naar vrijheid.

Op zijn afscheid waren veel vrienden aanwezig. Vrienden die de man roemden om zijn kracht en optimisme, ondanks alles. Vrienden die hem eerden om zijn levenslust, ondanks alles. Ik beëindigde de ceremonie door de man te eren dankzij alles. Dankzij zijn beperkingen was hij wie hij was. Dankzij zijn mentale instelling kon hij het leven, dat zo vergankelijk was, omarmen. Leven is lijden, maar deze man accepteerde dat. Geen hunkering naar meer. Het was zoals het was en dat was goed zo. Met de laatste woorden namen zijn naasten afscheid:

Zeer beperkt
is het leven in huis,
een duistere plaats.
Wie zijn woning verlaat
is vrij

-Boeddha-


Meer columns

  • Eenvoud
    ‘’Leg mij maar op een vlotje op de Rijn’’.. ‘’Breng mij maar gewoon weg en klaar…’’ of… nog erger: ‘’Zet mij maar bij buiten bij het vuil’’.. Het lijken misschien… Lees meer: Eenvoud
  • Woorden
    ‘’Als alles al is gezegd, wat voegen woorden dan nog toe?’’ We zitten aan tafel om de uitvaart van haar vader te bespreken. Na een lang ziekbed heeft hij zijn… Lees meer: Woorden
  • Tijd
    ‘Niet de tijd gaat voorbij.. maar jij en ik…’ Een frase uit een gedicht van Rutger Kopland. De tijd is een begrip dat in een week van afscheid nemen vaak… Lees meer: Tijd
  • De ongenode gast
    Vorige week was ik een ongenode gast. DE ongenode gast. Hoezeer er vaak ook een band ontstaat in de week naar een uitvaart toe, vanuit de mooie gesprekken die worden… Lees meer: De ongenode gast