De laatste voorstelling

‘Dit was het laatste bedrijf. Het doek valt.’: Jenny wist al precies wat er op haar rouwkaart moest komen te staan. Zo opende Jenny het gesprek op een zondagmiddag, drie dagen nadat ze uit het ziekenhuis was gekomen om thuis haar laatste weken door te brengen. Ondanks haar jonge leeftijd had Jenny vrede met haar naderende einde. ‘Ik heb een mooi leven gehad’, zei ze, ‘Al is het wel jammer. Ik had best nog wat jaartjes mee willen maken.’

Tot voor kort stond Jenny nog volop in het leven. Ze werkte, paste op de kleinkinderen, ging graag op stap en iedere week keek ze weer uit naar háár avond: de repetitie van haar toneelvereniging. Al jaren was ze één van de vaste actrices. Buiten dat er wekelijks gewerkt werd aan een avondvullende klucht waren de gezelligheid en het borreltje na afloop minstens zo belangrijk. Voor Jenny was toneel haar leven. Nu haar leven ten einde liep, besloot ze dat haar uitvaart haar finalestuk moest worden.

Twee weken later blies Jenny haar laatste adem uit. Ik wist wat me te doen stond. Jenny’s rouwkaart kreeg een rood theaterdoek als afbeelding. Samen met haar man en dochters bespraken we Jenny’s wensen. Zo had ze nog gezegd dat haar hele uitvaart in het Drents moest worden gesproken, haar moedertaal. Vaak spreek ik zelf op uitvaarten maar dit keer ging dat niet: als Betuwse ben ik het Drentse dialect natuurlijk niet eigen. Een goede vriendin van de familie werd hiervoor ingeschakeld en samen begonnen we aan de vormgeving van de ceremonie.

Op de dag van haar uitvaart kreeg Jenny wat ze wilde: haar script werd gespeeld. Zoals alle voorstellingen waar ze in gespeeld had, begon ook vandaag met het traditionele Drentse volkslied. Vervolgens passeerde haar leven de revue: van haar jeugd in het eerste bedrijf, tot en met wijze levenslessen die ze op had gedaan in het derde bedrijf. Jenny’s dochters staken beiden een prachtige monoloog af over hun herinneringen aan hun moeder. In de epiloog werden alle mensen die haar lief waren uitgebreid bedankt voor hun goede zorgen.

Toen waren alle woorden gesproken. Het spel was uit. Geen applaus. Geen staande ovatie. Eén voor één nam men afscheid van Jenny en liep langs haar kist.

De stilte duurde niet lang. Dat zou ook niet passen bij Jenny. Want in de condoleanceruimte stond het borreltje klaar. Dat hoorde immers bij het toneel. Er werd getoast op Jenny’s leven. Haar doek was gevallen. Maar wel op een manier die helemaal bij haar paste. Een finalestuk voor in de boeken.


Meer columns

  • Eenvoud
    ‘’Leg mij maar op een vlotje op de Rijn’’.. ‘’Breng mij maar gewoon weg en klaar…’’ of… nog erger: ‘’Zet mij maar bij buiten bij het vuil’’.. Het lijken misschien… Lees meer: Eenvoud
  • Woorden
    ‘’Als alles al is gezegd, wat voegen woorden dan nog toe?’’ We zitten aan tafel om de uitvaart van haar vader te bespreken. Na een lang ziekbed heeft hij zijn… Lees meer: Woorden
  • Tijd
    ‘Niet de tijd gaat voorbij.. maar jij en ik…’ Een frase uit een gedicht van Rutger Kopland. De tijd is een begrip dat in een week van afscheid nemen vaak… Lees meer: Tijd
  • De ongenode gast
    Vorige week was ik een ongenode gast. DE ongenode gast. Hoezeer er vaak ook een band ontstaat in de week naar een uitvaart toe, vanuit de mooie gesprekken die worden… Lees meer: De ongenode gast